Medio 2009 werd het mij ineens heel duidelijk. De wijze waarop wij met onze aarde omgaan kan zo niet langer blijven doorgaan. Het is tijd voor verandering. Verandering op vele vlakken maar in dit verband noem ik voor mij de belangrijkste: landbouw.
We zijn geëvolueerd van jagers en verzamelaars die direkt afhankelijk waren van wat de natuur hen bood, naar landbewerkers die in de gaten kregen dat ze de natuur naar hun hand konden zetten en gewassen gingen verbouwen, om uiteindelijk hedentendage uit te groeien naar consumenten die met nauwelijks enig besef van de natuur als voedselbron, zijn of haar voedsel uit het schap van de winkel betrekt. In de evolutie van de mensheid is voedsel gedevalueerd van vruchten van moeder aarde naar vruchten van de lopende band.
Vanuit het oogpunt van evolutie kun je spreken van vooruitgang daar we immers niet meer leven om voedsel te vergaren. We kunnen ons nu verder ontplooien zonder ons nog druk te hoeven maken over wat er vanavond op tafel staat. Het zou hoogstens lastig kunnen zijn om te kiezen.
Met dat het eten niet meer onze volledige aandacht heeft, verschuift ook het belang ervan. Het voedsel is verworden tot een consumptieartikel en concurreert in de portemonnee direkt met de nieuwste iPod en vakantie naar Tenerife. Bang om inkomsten te verliezen proberen supermarkten de consument te verleiden met lagere prijzen. Er zal door de voedselindustrie dus goedkoper en efficiënter moeten worden geproduceerd om de winst te behouden. Grootschaligheid is het antwoord. Mechanisatie is het middel.
Monoculturen doen hun intrede: het land wordt eenzijdig uitgeput en verzwakt. Planten worden hierdoor kwetsbaar. De natuur in haar perfecte balans, stuurt er “onkruid” en “ongedierte” op af om de zwakke plekken te herstellen. De mens ziet dit echter als een plaag en gaat het bestrijden met alle mogelijkheden die ze maar kan bedenken. Pesticiden om het ongedierte te bestrijden. Kunstmest om de afnemende vruchtbaarheid te compenseren. Drainage omdat het water door de dichtgeslagen en zwaarbereden grond niet meer op natuurlijke wijze kan weglopen. De landbouw is in oorlog met de natuur.
Het slagveld is uiteindelijk datgene wat bij ons op het bord terechtkomt. Dat wat de natuur probeert te corrigeren als zijnde schadelijk, dat eten wij met ons allen op. Onbewust van de onnatuurlijke processen die hebben geleid tot het stukje vlees of pak melk of bakje tomaten, zijn we niet in staat om in te grijpen en eten wij onszelf, naar mijn idee, ziek. Wij als samenleving zijn ziek.
Dit relaas is een poging de weerzin te beschrijven die ik voel bij de manier waarop wij landbouw bedrijven, met ons voedsel omgaan en niet in de laatste plaats hoe wij met de aarde omspringen.
Maar gelukkig…het kan ook anders!
Tegelijk met de opkomst van de industrialisatie van ons voedsel komen er ook tegengeluiden. Stromingen op basis van het op meer natuurlijke wijze verbouwen van voedsel zoals bijv. Biologisch, Biologisch-Dynamisch, Fukuoka, Permacultuur. Om maar niet te spreken van die mensen die nog zo dicht bij de natuur staan dat ze instinctief aanvoelen wat goed is.
Landbouw bedrijven: niet in oorlog met de natuur, maar in samenspraak met de natuur. De natuur die precies weet wat ze nodig heeft om gezond te zijn en daarmee ook gezond is voor ons.
Dat is de verandering die ik wil doorvoeren. Zelf voedsel verbouwen in harmonie met de natuur. Het is mijn wens om de kennis die ik op deze weg verzamel, te delen met een ieder die geïnteresseerd is.
Jan