De afwisseling in plantensoorten op hetzelfde stuk grond. Iedere plant(soort) heeft een eigen specifieke voedselbehoefte en onttrekt deze aan de grond. Omdat in de natuur niets een vaste plek heeft en in principe door elkaar heen groeit, worden in zekere zin de voedingstoffen evenredig aan de grond onttrokken. De natuur is dusdanig zelfregulerend dat wanneer er een tekort dreigt, zij bijvoorbeeld andere planten laat groeien die dit tekort weer compenseren. Wanneer er dan ergens onverwacht een plant opkomt, dan zou dit er op kunnen duiden dat er behoefte is aan deze plant of beter gezegd, aan wat deze plant te bieden heeft. In onze maatschappij beschouwen wij dit ‘onkruid’ over het algemeen als ongewenst en willen dit bestrijden. Maar in plaats van hier de natuur tegen te werken zouden we het ook als mogelijkheid kunnen zien om te begrijpen wat de grond hier nodig heeft(*).
Met het in cultuur brengen van gewassen bedoeld voor consumptie, hebben we een belangrijk principe van de natuur achter ons gelaten. In plaats van de natuur te volgen is er een meer praktische benadering gekozen, namelijk het gegroepeerd verbouwen van gewassen. Om allerlei redenen, die vanuit ons bewustzijn en perceptie ongetwijfeld gerechtvaardigd zijn, verbouwen we de gewassen nu op percelen, verdeeld in vlakken en worden alle soorten in meer en mindere mate bij elkaar gegroepeerd. Wij realiseren ons daarbij, naar mijn idee, echter niet voldoende wat de consequenties zijn(*), ondanks dat we hier dagelijks mee geconfronteerd worden. Denk aan ziektes, plagen, verarming van de grond enz. Dit is overigens niet de enige oorzaak, het is een combinatie van factoren en bovengenoemde speelt er een rol in.
Toch ben ik van mening dat voor aantal van de oorzaken, wij manieren kunnen vinden die in samenspraak met de natuur zijn. En hoewel de invloed, die van het gegroepeerd verbouwen van gelijke soorten gewassen uitgaat, zeker aanwezig is, zal het mogelijk moeten zijn om het praktische met het natuurlijke te verenigen. Het belangrijkste uitgangspunt en streven is, dat naar mijn idee, de natuur in balans moet zijn.
Een filosofische overweging is dan in hoeverre de natuur maakbaar is, dus óf de mens de natuur in balans kan houden. Essentieel hierin is, naar mijn idee, dat wij als mens het niet bedenken, maar luisteren en kijken naar de signalen die de natuur ons geeft(*). De natuur weet als beste wat goed voor haar is en door naar haar signalen te ‘luisteren’ kunnen wij vervolgens aan die vraag voldoen.
Met deze overwegingen ga ik naar de moestuin. Hoe ga ik nu mijn cultuurgewassen verdelen over de bedden en hoe zorg ik ervoor dat het met de natuur in balans is. Om te beginnen (zie Leeswijzer) is het volgende natuurlijke criteria van belang, nl. het voorkomen op langere termijn van uitputting van de grond en daarmee ziektes. Het zij opgemerkt, dat ziektes ongetwijfeld niet alleen te voorkomen zijn door het voorkomen van uitputting, maar een gebalanceerde voedselrijke grond is wel een belangrijke basis(*).
De methode zoals die veel wordt gehanteerd om uitputting te voorkomen, is het vruchtwisseling principe. Waar in de vrije natuur sprake is van ‘doorelkaar’, vervangen wij dit in de gecultiveerde natuur door ‘na elkaar’. Dat houdt in dat als we spreken over een vruchtwisseling van vier jaar, een plant(soort) eens in de vier jaar op een plek wordt verbouwd. Een praktische manier om hiermee om te gaan is een roulatiesysteem bij te houden waarbij na ieder jaar een plant(soort) opschuift naar een volgend bed totdat het in het vijfde jaar weer op het originele bed terechtkomt. Om het voor nu eenvoudig te houden geldt, dat bij een vruchtwisseling van vier jaar, hier vier bedden bij betrokken zijn. Uitgangspunt is daarbij dat alle gewassen van een bepaalde familie/soort bij elkaar in een bed worden verbouwd.
Wat voor een vruchtwisseling je toe gaat passen hangt samen met de omstandigheden. Een aantal factoren zijn van belang:
- Hoeveelheid grond (of beter gezegd: hoeveel bedden) beschikbaar
- Wat wil je verbouwen
- Het onderscheid tussen enkel en meerjarige teelt
- Het laten herstellen van de grond
Hoeveel bedden
Naarmate je meer bedden ter beschikking hebt is er ook meer keuze wat vruchtwisseling betreft. Heb je vijf bedden ter beschikking dan zou je een vijfjarige vruchtwisseling kunnen toepassen. Heb je tien bedden dan zou je dus 2x een vijfjarige vruchtwisseling kunnen toepassen of zelfs een tienjarige vruchtwisseling.
Wat wil je verbouwen
Dit is een lastige vraag om te beantwoorden. Een vraag die wellicht nog belangrijker (en moeilijker) is: hoeveel heb je nodig. Omdat ik hier nog geen ervaring mee heb, maar het wel de doelstelling is om al onze groente en kruiden uit eigen teelt te verkrijgen, ga ik hier de literatuur te rade. Met de tijd krijg verwacht ik hier een beter gevoel voor te krijgen.
Onderscheid tussen enkel en meerjarige teelt
Vanwege het jaarlijkse rouleren is het niet handig om enkel- en meerjarige teelt te combineren. Vandaar dat ik voor nu onderscheid maak tussen enkel- en meerjarige gewassen. Alleen de enkeljarige teelt neem ik op in het roulatiesysteem. De meerjarige teelt zet ik op een speciaal hiervoor gereserveerd bed.
Het laten herstellen van de grond
Wellicht de meest makkelijke manier om de grond voor uitputting te behoeden is deze een (deel van het) seizoen te laten rusten. Rusten in deze betekent: door middel van het toepassen van groenbemesters de grond te laten herstellen en tegelijkertijd te bemesten. Een meer passieve methode is helemaal niets doen, waarbij het dan wel zeer belangrijk is dat de grond is afgedekt(*). Een en ander is natuurlijk wel afhankelijk van de beschikbare grond.
Het moet gezegd dat ik wel mijn twijfels heb bij sommige stellingnames. Hoewel het voor nu te ver gaat en dus zo even goed is, zit ik te broeden op een alternatieve vruchtwisseling methode. Er moet toch een manier te vinden zijn die en praktisch uitvoerbaar is en nog meer een natuurlijk ecologisch geheel weerspiegelt(*).
Tot slot. Het lijkt me duidelijk dat dit een complex verhaal is en dat je niet zomaar een plan hebt opgesteld. Zeker voor een beginner die nog een gevoel moet ontwikkelen voor de te telen hoeveelheden. De eerste vervolgstap is het bepalen van de benodigde hoeveelheden.
(*) Dit zal ik op een later moment in meer detail beschrijven.