Indeling van gewassen

Met het opstellen van het Vruchtwisselingsschema is op hoge lijnen een verdeling naar gewasgroepen gemaakt. Ik maak in beginsel onderscheid tussen blad-, vrucht-, wortel- en bloemgewassen. De toekenning van de individuele groenten aan een gewasgroep maak ik primair op basis van de te ontwikkelen kwaliteit van die groente.

Vaak wordt in de literatuur een onderscheid gemaakt naar familie; denk aan bijv. nachtschade-achtige, vlinderbloemigen en kruisbloemigen. Eventueel in combinatie met gelijksoortige als koolsoorten of peulvruchten. Het idee hierachter is dat moet worden voorkomen dat in opeenvolgende jaren groenten uit dezelfde familie of soort op dezelfde grond worden verbouwd. Het principe van afwisseling, om daarmee ziektes te voorkomen als gevolg van eenzijdige belasting, is natuurlijk heel goed. Waar ik echter van mening verschil is op basis waarvan de opeenvolging plaatsvindt.

Lees verder

Opstellen Vruchtwisseling

In Vruchtwisseling heb ik reeds het belang van de vruchtwisseling beschreven. Om vervolgens een concreet plan voor de moestuin te maken zal ik eerst de, in dat artikel gestelde vragen beantwoorden, om op basis hiervan beter inzicht te krijgen in de gestelde eisen en wensen.

  1. Indeling bedden in moestuinHoeveel bedden : zoals te zien in de schematisch indeling van de moestuin, zijn er een flink aantal bedden. Deze zijn niet allemaal beschikbaar voor de vruchtwisseling. Alleen de bedden a tm n en y tm z zijn beschikbaar. Het onderscheid in de reeksen is vanwege twee separate vruchtwisselingen.
  2. Wat wil je verbouwen : het doel is om alle groenten gedurende het jaar van eigen tuin te betrekken. Er dient ten gevolge een breed aanbod te zijn. Dit aanbod kan ruwweg onderverdeeld worden in vier gewasgroepen, zijnde: blad-, wortel-, vrucht- en bloemgewassen. Vanwege de benodigde hoeveelheid onderscheid ik daarnaast aardappelen en aardbeien als een separate gewasgroep(*).
    Lees verder

Groenbemesting

In de vruchtwisseling kies ik er voor om op een aantal bedden in de roulatie geen groenten te verbouwen. De overweging hierbij is dat ik de grond tot ‘rust’ wil laten komen. Rust in het even niet telen van gewassen ter consumptie. Dat betekent overigens niet dat er niets groeit, want een stuk grond braak laten liggen is niet in het belang van de grond zelf (*); immers als de natuur de kans krijgt zal ze deze proberen af te dekken door allerlei ‘onkruid’ op te laten komen. Dit feit alleen al geeft aan dat ik er dus voor moet zorgen dat eigenlijk ten allen tijden de grond min of meer bedekt is. Nu zou ik inderdaad kunnen wachten op het ‘onkruid’, maar de optie die ik ga toepassen is het aanplanten van groenbemesters.

Lees verder